Het meest bekende onderdeel van de postproductie is de beeldmontage. Maar ook het loggen (of visioneren), kleurbewerken (graden), audio-postproductie én distributie zijn belangrijke facetten bij de afwerking van een audiovisueel product.
Inleiding
De postproductiefase van video is vaak een tijdrovend (lees: duur) onderdeel in de creatie van een audiovisueel product. Voor elke dag ‘draaien’, mag men al gauw één dag (of zelfs meer, bij moeilijke producties) postproductiedagen rekenen
6.1 Loggen
Het loggen (ook wel visioneren, visie, of gewoon ‘bekijken’…) van ruwe beelden is een belangrijke stap in de postproductiefase. Vóór een redacteur/regisseur en een monteur beelden op een tijdslijn kunnen plaatsen, moet m’n goed weten wat men ‘in huis heeft’. Daarom maken loggers uitgeschreven tekstpassages, vaak van alles wat in beeld gezegd werd, of wat er in beeld te zien is.
Bij grote reality-producties (Mijn Restaurant, Big Brother) gaan kleine teams ‘loggers’ aan de slag met het ruwe beeldmateriaal. Met speciale computerprogramma’s (vaak met aan de ene kant het videobeeld, en andere kant een tekst-editor), schrijven ze alles uit wat er gebeurt of gezegd wordt. Het is niet uitzonderlijk dat m’n alles wat m’n ‘on camera’ gezegd heeft, uittypt, al zal slechts een fractie van het ruwe materiaal ook uiteindelijk het scherm halen.
Belangrijke elementen die worden genoteerd bij het visioneren:
- Tijdscode IN / OUT Alle video heeft een tijdscode (wanneer het omschreven fragment start en stopt). Vroeger -in de tijden van videotapes- schreef men de tijdscode op, nu (met file-based media, waarbij elk shot een eigen naam heeft) is het vaak de naam van het digitale videobestand.
- Cadrage of beweging Indien relevant, kan m’n aangeven of er een camerabeweging te zien is. – Goed shot of niet Het lijkt een banale parameter, maar wanneer iemand de beelden bekijkt, kan die net zo goed al aangeven of het een mogelijk bruikbaar, of eerder niet-bruikbaar beeld is. – Omschrijving / uitgeschreven tekst Wat is er in beeld te zien, of wat wordt er gezegd
Het loggen van rushes (ruwe beelden) gebeurt vaak door stagiairs-redacteurs, omdat het een ééntonige job (kan) zijn, zonder een eindverantwoordelijk. Al zijn de tijden dat stagiairs wekenlang in een donker kamertje op de VRT moesten ‘loggen’, nu wel achter de rug.
Bij het loggen van fictieproducties gaat het vooral om de meest succesvolle takes uit de productiefase uit te kiezen. Omdat bij fictie meestal een strak bepaald scenario werd uitgeschreven, hoeft er in visie niet opnieuw alles worden uitgetypt.
Avid MediaCentral|UX is een bekende tool om rushes (ruwe beelden) te loggen.
6.2 Niet-lineaire beeldmontage
In montage kan veel. Een monteur kiest bepaalde beelden (uit de poel van ruwe beelden), en plaatst die achter elkaar. Van hetzelfde materiaal kunnen tientallen verschillende montages gemaakt worden, die elk een andere toon aan de content geven. Een weldoordachte montage is een absolute must, want kan een videoproduct doen staan of vallen.
Vaak is het goed om als videomaker ‘darlings te killen’. Een monteur die keuzes durft maken om bepaalde dingen niet te gebruiken, eindigt soms een beter eindproduct, dan die die al z’n ruw materiaal wil gebruiken. Het gaat er bij montage om hoe de consument de video zal beleven, niet om een portfolio van de maker.
Met niet-lineaire beeldmontage bedoelt men alle montage die gebeurt op een computer. Anders dan vroeger (lineaire beeldmontage), kan je nu monteren met meerdere video- en audiosporen, en hoeft m’n geen rekening te houden met de lineaire overdracht van een mastertape naar een kopie (of nog eerder: letterlijk knippen en plakken in een beeldband om een montage te maken).
Werken met meerdere video- en audiosporen kan je vergelijken met layers in Photoshop. Je kan meerdere beeldlagen over elkaar plaatsen, waardoor je meerdere beelden tegelijk, of het bovenste beeld ziet. Dit is handig wanneer je tijdens een interview (waar je een quote hoort), een insertbeeld (sfeerbeeld) ziet. Bij audio is het zo dat je meerdere audiosporen tegelijk kan horen, die je dan qua volume kan afregelen tot een mooi geheel.
Deze indrukwekkende tijdslijn toont vele audio- en videolagen
Bij montage gaat het erom om een selectie van beelden te verzamelen op een digitale tijdslijn. Het is hierbij niet belangrijk met welk programma je monteert, wel hoe je de beelden plaatst.
Bekende professionele NLE-programma’s (non-linear editing) zijn Final Cut Pro, Adobe Premiere, Sony Vegas en Avid Media Composer. Er zijn verschillen tussen deze (vaak dure) softwarepakketten, maar eigenlijk doen zij allemaal hetzelfde: video’s samenstellen uit ruw materiaal. Monteurs die één bepaald montagepakket beheersen, kunnen na een korte inlooptijd, ook op andere systemen monteren.
Professionele montageprogramma’s verschillen van goedkopere en gratis programma’s door hun mogelijkheden: meer videosporen, meer mogelijkheden met effecten en uitbreidingen, meer sneltoetsen, audio-controle, export-opties, het aanvaarden van meer videobestanden voor import,…
Bekende consumer-NLE’s zijn: Pinnacle, Windows Live Movie Maker, iMovie,…
Soms -als er tijd is- maakt m’n vóór het eigenlijke monteren een montageplan. Hierbij puzzelt m’n de bouwstenen van een videoproduct eerst op papier bij elkaar. Bij fictie is het montageplan het -in preproductie opgemaakte- scenario/draaiboek en storyboard.
6.3 Color Grading
Bij color grading draait alles om kleurbewerkingen die bijdragen tot de inhoud van je videoproduct. Soms gaat het om correcties van bepaalde beelden (denk aan overbelichte, of onderbelichte beelden), maar vaak ook over de ‘look’ van een video.
Kleuren bepalen -zeker bij films- mee de sfeer van video. Color graders zijn professionals die shot voor shot bewerken om de beelden een bepaalde sfeer mee te geven. Net als bij fotografie wordt professionele video immers vaak ‘RAW’ gefilmd, met een ‘flets’ beeld als bron, die nadien (in postproductie) een bepaalde look meekrijgt.
Het indrukwekkende grading-programma Da Vinci Resolve is gratis te downloaden. Je vindt online honderden tutorials voor het programma. Het beschikt ook over een mooie montagetool, zeer geschikt voor het maken van basismontages. Een echte aanrader voor beginnende videomakers met beperkt budget.
6.4 Video Effecten
In de meeste NLE’s zitten standaard beeld- en audio-effecten ingebouwd: zo kan je vaak verschrikkelijk lelijke beeldovergangen maken (denk aan een pagina die omslaat), of kleureffecten (zoals zwart-wit) toevoegen.
Voor echte speciale video-effecten moet je bij Adobe After Effects, of een concurrerend programma zijn. Dit is een programma, speciaal ontwikkeld voor het maken van beeldeffecten. Dé bekendste After Effect expert is Andrew Kramer, beter bekend als VideoCoPilot, die z’n kennis (en plugins) deelt met de wereld.